riddertjesinschotland2015.reismee.nl

And on that bombshell.... goodnight!

Om jullie direct weer even mee terug te nemen naar gisteren: ik ben helemaal vergeten te vertellen dat wij de zogenaamde “Kelpies” bezocht hebben, een cultureel bouwwerk van twee paarden die symbool staan voor deze streek. Vroeger werden hier namelijk de handelsschepen door middel van trekpaarden de kade op getrokken. We denken te lezen dat de entree 6,75 kost en laat ik nou nog een boterhamzakje vol met muntgeld hebben. We storten het zakje leeg op tafel en staan zeker 5 minuten het benodigde geld bij elkaar te schrapen. Als het eenmaal hebben, zegt de man achter de balie: "De entree is gratis, of willen jullie een rondleiding doen?" Echt weer een de Ridder actie.

Het zijn twee paarden van metaal, beide zijn 30 meter hoog en alleen het hoofd weegt al 300 ton. In totaal is er 1500 ton staal gebruikt. Het is een gigantisch aanzicht en zeker het bezoeken waard. Vorig jaar bezochten we de Falkirk Wheel in plaats van dit. Was overigens een tip van de B&B eigenaar in Tarbert. Zeker het bezoeken waard. ’s Avonds is het nog mooier, want dan zijn ze mooi verlicht. Wie meer wil weten, Google eens op “Helix Kelpies”.

Vandaag was wederom een verrassing. Zei ik bij vertrek nog tegen pa, dat de route vandaag 200km is, maar dat het zal opschieten omdat het alleen maar 100km/h wegen zijn. Dit blijkt een positief misverstand te zijn, want het begin van de route leidt ons over schitterende weggetjes die op nog vrij aardige heuvels geplakt zitten. We zijn lekker aan het sturen, totdat we ineens aan onze linkerzijde Aziatische tempels zien. Aangezien we anders toch veel te vroeg zijn, nemen we even een kijkje. Het is een Tibetse tempel, waar mensen met een dergelijke religie zich kunnen uitleven en er worden Yoga cursussen gegeven. Bij de tempel zit ook een Aziatische tuin met bijbehorende bouwwerken. We maken verder voort naar Newcastle, de route is verder niet heel spannend, aangezien het laatste stuk gewoon een 110km/h snelweg is. Dit typ ik vanuit de gezellige bar op het schip, onder het genot van een live zanger die op het moment “Bad moon on the rise” aan het zingen is. Over 12 uur meren we weer aan in het Ijmuiden, en zit deze prachtige reis vol schitterende ideeën er weer op. We kunnen wederom terugkijken op een zeer geslaagde reis.

John de Doedelaar, voor al uw feesten en partijen.

Vandaag twee verhalen, één betalen. Gisterenavond waren we laat thuis uit Tarbert, een leuk stadje (en het enige stadje in de omgeving) op 10 minuten rijden van ons B&B. Vandaag waren er namelijk zeilkampioenschappen, dus de avond ervoor was er genoeg gezelligheid te ontdekken, vooral in vloeibare vorm, voor de meeste Schotten.

Maar laat ik bij het begin beginnen. Gisteren ging de wekker zoals bijna elke dag weer om 8 uur, in huize Glen Albyn in Invergarry. Zoals altijd, eerst lachen met Dennis, daarna ontbijten. Ik had al gezegd voor het eerst Haggis te proberen. Voor degene die het niet weten. Google! Het is hét Schotse recept bij uitstek. Nederland heeft haring, Schotland heeft haggis. Laat ik zeggen, dat ik het op gegeten heb maar het niet direct zal laten verschepen naar Nederland. Het deed me het meest denken aan gekruid gehakt, vrij scherp. Maar: alles is op gegaan! We pakken in, nemen afscheid van Dennis & Helen en vervolgen onze route onder een blauwe lucht en een graadje of 12 naar Tarbert, wat zich in een staartje van Schotland bevindt. Van tevoren had ik niets opgezocht over dit gebied, dus we wisten niet wat te verwachten. Dat is soms nog de leukste manier van reizen: alles op je af laten komen.

Eenmaal voorbij het leuke stadje Oban, ontvouwt zich voor onze ogen een waar bochtenparadijs, zoals we nog niet eerder gezien hebben. Mooi asfalt, strak asfalt, bochtig asfalt. En vooral rustig. Ik laat de Tiger even werken en zowel pa als ik genieten volop. Ondertussen… schijnt de zon nog steeds! Niet veel later komen we aan in ons B&B, genaamd “Bluebell Cottage”. Het wordt gerund door een uiterst vriendelijke man op leeftijd. Hij heeft gasten uit alle hoeken van de wereld: Japan, Australië, Hawaï en zelfs Tasmanië, zo is te lezen in zijn gastenboek. Zaten we gisteren nog in een hot tub, vandaag lijken we in het plaatselijke bejaardentehuis te zitten waar men voor een ijstijd vreest zodra de kachel onder de 33 graden komt. Uiteindelijk na veel gepriegel aan de verwarming, koelt hij dan eindelijk in de nacht af, terwijl het raam wagenwijd open staat. We rijden ’s avonds nog even naar Tarbert, waar al een duidelijke feeststemming aanwezig is. Voor de verandering besluiten we eens een soepje met lasagne te eten. Ondertussen begint het voor de verandering ook eens te regenen, hoe kan het ook anders. Als de beruchte wekker weer gaat, kijken we naar buiten en zien we dat het nog steeds bewolkt is. Maar het is wel droog, wat al een mazzeltje opzich is. Het geserveerde ontbijt is simpel, maar erg lekker. Natuurlijk eet ik weer teveel en zit even later als een Michelin mannetje op de motor. We moeten enigszins opschieten, want om 10:15 willen wij de boot pakken vanuit Tarbert naar Portavedie. Haast was niet nodig, want we zijn in 10 minuten in de haven en we zijn ruim op tijd. Terwijl we de motoren neerzetten, horen we allebei tegelijk een doedelzak spelen en we dachten eerst dat het een radio was ergens. Als we dan toch blijven zoeken naar een doedelaar, zien we ineens op een heuveltje aan het water een doedelzakspeler staan. De zeilwedstrijd is blijkbaar begonnen en alle deelnemers varen uit vanuit de haven. Even later legt John, zo heet de doedelaar, uit dat de leiding elk jaar een doedelzakspeler wilt hebben in de ochtend om de deelnemers succes te wensen door middel van een doedelzakdeuntje. Dit geheel levert leuke kiekjes op en even later knopen we een gesprekje aan met John. Even op de foto met hem kan natuurlijk niet ontbreken.

Inmiddels zien we de veerpont naderen en rijden we de motoren de boot op, waar gevraagd wordt of wij al kaartjes hebben of die nog moeten kopen. We hebben geen kaartjes, dus die gaan we binnen kopen, met al ons losgeld, aangezien dat toch niet in te wisselen is. We komen uiteindelijk welgeteld 5 penny tekort, maar niet gevreesd, binnen 1 seconde geeft een man achter ons de ontbrekende 5 cent met een glimlach. Weer iets Schots. Ik weet nu al dat ik de openheid, de gemoedelijkheid en de warmhartige Schotten ga missen. Bovenop het dek genieten we even van de zon en het uitzicht, wat pa wilt vastleggen op de videocamera. Op hetzelfde moment biedt een man zijn zonnenbril aan, om zo een betere opname te maken van het uitzicht. “Use this Polaroid, your video will look better with it!”. Geniaal toch?

We verlaten bij Arrochar de Highlands, waar ik de contouren van de laatste bergen in mijn spiegels zie verdwijnen, en daarmee gelijk hetgene wat voor mij Schotland is: hoe verder we afzakken naar het oosten/zuiden, en daarmee in meer stedelijk gebied komen (Edingburgh/Falkirk/Sterling) hoe afstandelijker de mensen weer worden. Geen glimlach meer van iedereen die je tegenkomt, geen begroeting van elke voorbijganger, geen gesprekken die iedere voorbijganger met je aanknoopt en niet meer het gevoel niets op slot hoeven doen en alles aan je motor te kunnen laten hangen. Eigenlijk hetzelfde als bij ons. Wellicht gewoon een gevolg van overbevolking.

We bevinden ons nu in Peebles, wat een aardig stadje is, maar ik vind het nu alweer te druk qua steden, wegen en mensen. Ik mis de landelijke gebieden van Schotland nu al. Morgen is het ongeveer 1,5 uur rijden naar Newcastle waar de boot weer op ons zal liggen wachten. Alle tijd, dus eerst een beetje uitslapen op een extreem laag tempo ontbijten.

No problem laddie. Don't worry.

Wat we vandaag nog meer over Schotland geleerd hebben, is dat eigenlijk niet zoveel dingen een probleem vormen hier. Zo is bijvoorbeeld de zorg gratis. Medicijnen halen? Hier, neem mee. Operatie? Rekening regelen wij.

Zo ook met het openbaar vervoer. Wij waren genoodzaakt de bus naar Fort William te pakken, om daar met de Hogwart Express, de Harry Potter trein voor de filmleken onder ons, klaarblijkelijk één van de mooiste treinritten ter wereld, te maken. De treinreis was verder inderdaad erg mooi, we hadden een zonnetje en het kwik liep op naar zo'n 15 graden. Beetje rondgelopen in Mallaig, wat gegeten, de kokmeeuwen te eten gegeven, en weer terug. Eenmaal weer aangekomen in Fort William, zouden we de laatste bus van vandaag hebben, namelijk die van 20:40. Tot hier ging alles goed, maar plots week de buschaffeur af van zijn route en wij dachten, we zitten in de verkeerde bus. Da's in Nederland nog niet zo'n probleem, maar in dit geval rijdt er maar één buslijn naar Invergarry, waar wij op het moment slapen. De vraag aan de chauffeur of wij in de goede bus gestapt leerde gelukkig dat we in een goede lijn zaten, maar hij week even af van zijn route door een zogenaamd speciaal verzoek.

"Aye mate, ye ur oan th' reit bus, but ah got a special request an' ah will turn th' bus aroond in th' next village.Nae stress laddie!". OK, duidelijk! Blijkbaar is het hier dus normaal om even een dikke 8km om te rijden om iemand buiten de busroute om af te zetten. Bij aankomst in onze B&B heeft Dennis, de B&B eigenaar, de hot tub al voorbereid op onze komst en we zijn even helemaal tot rust gekomen. Dit werkt volgens de Schotten beter dan valium voor het slapen gaan! En wellicht nog even leuk te vermelden, vanavond voel ik me moedig, dus ik heb op de ontbijt-keuze-kaart aangegeven Haggis te willen eten. Wordt de eerste keer, en gelijk als ontbijt. Als we het doen, dan maar gelijk goed. Volgens Dennis krijg ik er geen spijt van. Wordt dus vervolgd.

Morgen zakken we via Fort William en Oban af naar Tarbert! Daar verblijven we in "Bluebell Cottage". Het einde van deze reis met alle mooie ervaringen komt helaas alweer in zicht Maar ook thuis wachten ons weer mooie dingen.

Short cut naar Invergarry!

Vandaag begon regenachtig, en eindigde regenachtig. Vandaag was de slechtste dag qua weer. De route was dermate lang (320km) dat we die ingekort hebben, om vlak na de lunch rechtstreeks naar onze Glen Albyn Lodge te Invergarry te rijden om daar alvast aan onze rustdag die we morgen hebben te beginnen. Veel meer dan een beetje internetten en lezen is er niet te doen, maar het 3-gangen dinner was in elk geval erg smakelijk en met Dennis is het altijd lachen. Misschien plozen we zelfs nog even in de hot thub.

Morgen staat onze Jacobite treinrit op het programma: reizen met de Hogwarts Express uit Harry Potter van Fort William naar Mallaig, en terug. Schijnt één van de mooiste treinritten ter wereld te zijn.

Toch niet wéér die Bob Ross...?

Jawel, ik ga het gewoon weer zeggen, net als vorig jaar en heel cliché: Schotland (vooral het noord westen) is het beste aan iemand die er niet geweest is uit te leggen door te zeggen dat je je gewoon constant in Bob Ross Greatest Collections bevindt. Na elke bocht een uitzicht die nog mooier is dan de vorige. We kunnen wel blijven stoppen om de camera uit de zijkoffer te pakken. Zo schiet ons 250km lange route voor vandaag natuurlijk niet op.

Omstreeks 09:00 laten we onze wooden cabin in Clachtoll voor wat het is, en zetten spoor naar Solas B&B in Shieldaig. We spreken af vandaag de regenkleding in de koffers te laten, want de lucht ziet er optimistisch uit. Alsof het Schotse weer ons vandaag dan toch een droge dag wenst. En verrek, we hebben welliswaar een compleet droge dag en zitten zelfs in het zonnetje in Ullapool het welbekende Fish-and-Chips te eten. We gooien de tanks nog even vol en stappen weer in het zadel richting Gairloch. Onderweg worden we ingehaald door een groep Nederlanders die schijnbaar niet onze mening over het Schotse landschap delen, gezien hun hoge tempo. Één van hun gaat nog bijna onderuit door wat grind, maar dat mag natuurlijk de pret niet drukken en hij gast vrolijk verder. Ieder zijn meug uiteraard, maar Schotland is echt te mooi om er door heen te rauzen als Rossi. De wegen lenen zich ook eigenlijk helemaal niet voor dergelijk bochten werken, uitzonderingen daargelaten: de meeste wegen zijn “single track”, niet in al te beste staat en er ligt op veel plekken grind.

Onderweg krijg ik een e-mailtje van de eigenaresse van de B&B van vandaag: “Er is iets belangrijks tussen gekomen waardoor ik pas na 18:00 aanwezig zal zijn. Mijn excuses hiervoor, maar de deur staat open en binnen ligt een briefje waarop staat waar jullie kamer is.” Ik moet zeggen, dat ik het geweldig vind dat de mensen hier nog zo’n vertrouwen in elkaar hebben! Wie van ons zal er een vreemde in ons huis laten rondlopen terwijl je er zelf niet bent? Mensen gaan hier ook respectvoller met elkaar om, iedereen is aardig en lijken het je altijd naar je zin te willen maken. Ik ben bijvoorbeeld nog geen één verkeersdeelnemer tegengekomen die nog even snel ervoor wilt schieten bij een zogenaamde “passing-place”op de single track roads. Iedereen, maar dan ook iedereen stopt om je er voor te laten. Ook wanneer je achter een auto komt te rijden: de meeste stoppen even langs de weg om je ze te laten inhalen. Van de landen waar ik tot nu toe gereden heb, en dat zijn er best redelijk wat, ben ik dit nog niet tegen gekomen. De Schotten lijken geen haast te hebben.

Zoals gezegd komen we rond 17:00 aan bij onze B&B in Shieldaig, en inderdaad is er niemand thuis. We installeren ons en even later komt de man des huizes thuis, Peter. Hij maakt een praatje, waarop wij aangeven onze zinnen vanavond op pizza gezet te hebben. We hebben geluk: in het mini dorpje aan het water zit een lokaal restaurantje die een eigen steenoven heeft en de pizza’s schijnen hier goed te smaken. Dat laten we ons geen twee keer zeggen en binnen een kwartier zijn we neergeploft in de toko. Ondanks de hoge prijzen, wat overigens in heel Schotland wel is (minimaal zelfde prijzen als NL), smaakt de pizza van omgerekend 16 euro toch wel goed. Deze B&B is overigens de mooiste tot nu toe, met een luxe badkamer die voorzien is van o.a. een ligbad. Toch kan het niet tippen aan de wooden cabin van gisteren: met dat uitzicht kunnen maar weinig B&B’s concurreren denk ik. Morgen zullen we via de zuidkant van Isle of Skye naar Invergarry rijden, waar net als vorig jaar de hot tub op ons staat te wachten, volgens mijn contacten. Vorig jaar waren hier ook al, dat is zo goed bevallen dat wij hier dit jaar twee nachten zullen blijven en zodoende een welverdiende rustdag hebben om de motoren even te laten uithijgen. En o ja, wij kunnen ook wel een rustdag gebruiken om alle indrukken en inspanningen te verwerken, aangezien wij ook geen 25 meer zijn.

Zo, ik plaats dit verhaaltje even online, en dan gaat hier het licht uit in Shieldaig. Letterlijk en figuurlijk.

Oidhche mhath!

Een dag niet geregend is een dag niet gelachen

Het weerbericht voor noord-west Schotland vandaag: kans op zonnige momenten, kans op hier en daar een buitje en bovendien kan het waaien, maar misschien ook niet. Met zulk soort weerberichten moeten we het maar doen maar het klopt aardig: vandaag met half bewolkte hemel en zo’n 10 graden vertrokken uit Bonar Bridge en dus hier en daar een zonnetje. In Lairg zijn we genoodzaakt onze benzinetanks vol te gooien, want in het verlaten noorden zijn de tankstations schaars. We zitten ongeveer een ruime 2 uur te genieten van het Bob Ross landschap dat we weer voorgeschoteld krijgen, tot ik ineens een mooie plek zie om te stoppen voor een foto’tje. Toevallig staat daar ook een collega motorrijder, en wel uit België. Het begint ondertussen te spetteren, terwijl we wat foto’s voor en van elkaar maken en we vervolgen onze route weer, richting Tongue. Hier begint het inmiddels harder te regenen, maar hoe gek het ook klinkt: na drie dagen regelmatig in de regen te rijden, doet de regen doet ons niet meer zoveel meer. Zal het dan echt wennen? We hebben in elk geval de grootste lol als we in de regen de brug bij Tongue trotseren.

Pa is wel toe aan een warme kop koffie, dus we houden onze ogen open naar een tentje, maar iets vinden in dit gebied is nog niet zo makkelijk. Uiteindelijk zien we in Portnancon opeens een bordje “Tea room in 5 miles” langs te weg staan, dus die volgen we maar even. Uiteindelijk blijkt het niets meer dan een omgebouwde stacaravan op het erf van boer Geert, waarin wat stoelen en tafels gezet zijn. Kachel is er niet, en de deur staat verwelkomend open en dat bleef hij ook. Ach, wat zou het, de koffie en de chocomel smaken goed en de Scotman doet zijn best voor ons. Wat zei ik gisteren ook alweer geluk verspild hebben vorig jaar? Dat blijkt toch niet zo te zijn. Bij aankomst van deze tea room zette ik mijn motor op zijstandaard, zoals ik 9 van de 10 keer doe. Echter bleek de ondergrond toch niet zo solide als gedacht, want toen we terugliepen naar de motor en ik al kletsend met pa mijn helm op zet, zie ik van uit mijn ooghoek mijn motor bijna omvallen doordat de zijstandaard in de zachte ondergrond gezakt was. Gelukkig heb ik de reflexen van een ninja aan de speed, dus liep gelukkig goed af. We hadden alleen geen 3 seconden later bij de motoren moeten aankomen. Verder bezoeken we Smoo Cave, een grot in de rotswand aan de kust, uitgesleten door het water de afgelopen duizenden jaren. We doen de rondleiding en mogen mee in het bootje. Foto's ook weer in het album.

We worden nogmaals getrakteerd op de mooiste landschappen, maar inmiddels zijn we toch wel stiekem benieuwd naar ons onderkomen vanavond. Waarom? Nou, ik heb voor de verandering eens een ander slaapplekje geregeld. We rijden via de “Coastal Route” naar ons hutje bij Clachtoll Beach. Een houten hut in de middle of nowhere welteverstaan. Vorig jaar heeft dit echtpaar twee luxe “wooden cabins” op hun land laten bouwen, dat op 100 meter van de kust staat. Gevolg: een adembenemend mooi uitzicht, de hut is van alle gemakken voorzien, inclusief bluetooth Bose soundbar voor als er eventueel een party gegeven wilt worden. Motoren staan mooi bij de hut geparkeerd, dus dat wilt eens mens nog meer. Als je hier een week verblijft, ben je geheid helemaal zen, mits je niet gek wordt van de stilte. Van mij zelf het meest aangrijpt, is dat je in dergelijke omgevingen veel meer één bent met de natuur: de luchten veranderen constant, als een live wallpaper, maar dan in het echt en realtime. Bij ons gebeurt dit vanzelfsprekend ook, maar op de één of andere manier ben je hier meer mee bezig. Jezelf overgegeven hebben aan de elementen is nog wel de beste beschrijving, denk ik. Het meest dichtstbijzijnde restaurant is 10km rijden, in Lochinver, maar daar komen we pas achter nadat we alle motorkleding al uit gedaan hebben, dus daar hebben we geen zin meer in. We eten dus gewoon de broodjes op die eigenlijk als ontbijt morgenochtend bedoeld waren. Dat wordt morgenochtend dus even een “breakfast” langs de weg scoren.

Even voor de beeldvorming: ik zit dit verhaaltje te typen vanaf de hoekbank in de hut, met uitzicht op de zee, zoals te zien is in het fotoalbum. En ik had het gehoopt, maar het lijkt toch echt te gebeuren: de lucht lijkt open te trekken en de bewolking verdwijnt. Zullen we dan echt sterren kunnen spotten straks? Wordt vervolgd. Morgen via slinger-de-slang weggetjes af naar Shieldaig, waar we in normale B&B zullen verblijven.

Zelfs in de regen is Schotland mooi

Door een zeer complexe storing in de high tech satelliet horloge van vaders, is het plots weer Nederlandse tijd, waardoor de wekker niet om 8:00 lokale tijd gaat, maar om 7:00. Hier komen we alleen later pas achter. Gisterenavond hebben wij met de bediening afgesproken om 8.30 te zullen ontbijten. Maar goh, wij lopen om 8:15 beneden, en er is nog helemaal niemand aanwezig. We lopen even naar de motoren terwijl de lucht nog grijs en vochtig is, waar plots vanuit mijn ooghoek ik een klok zie hangen in de keuken, die vrolijk 7:20 aanwijst. “Euh pa, volgens mij staat je klokje nog op Nederlandse tijd.” Volgens André heeft één van de spoken in Melrose Abbey gisteren met zijn horloge lopen spelen, die daar ook al het geld uit zijn portemonnee in de rondte lieten fladderen.

We eten ons “continental breakfast” braaf op, kleden ons om en hopen dat de motoren starten, omdat ze hele nacht in de regen gestaan hebben. Geen probleem. Over regen gesproken, het drupt nog steeds (echt regen is het niet te noemen) en warm is het zeker niet te noemen met 4 graden, als we rond 08:30 (lokale tijd) ons eerste B&B alweer achter ons laten. Pak en beet de eerste 100km regenachtig, tot rond 12:00 bij Grantown-on-Sprey de lucht eindelijk lichter begint te worden en het zonnetje duidelijk aan het vechten is om zijn stralen door het wolkendek te prikken. Het wordt in de verte steeds zonniger en zo’n 25km verder rijden we dan eindelijk in de zon en is zelfs het wegdek droog. Inmiddels is ook de temperatuur opgelopen naar zo’n 12 graden, genieten! We stoppen even bij de dolfijnenspot waar we vorig jaar ook waren, maar helaas geen flippers te zien. Wel een paar mooie stenen gevonden voor thuis. We stappen op, en zien in de verte de mooiste schouwspellen van dramatische regenbuien, gecombineerd met hier en daar en regenboog, foto’s hiervan in het album.

We naderen ons tweede B&B in Bonar Bridge, en met nog 8km te gaan wordt de lucht weer donker en belanden we in de zoveelste regenbui. Gelukkig zijn we er snel en is de kamer en de douche lekker warm. Bonar Bridge is het laatste stukje beschaafde wereld, alvorens we morgen het eenzame gebied induiken, om via Durness naar onze “wooden cabin” te rijden nabij Lochinver. Zie www.thelittleabodes.co.uk. Stiekem hoop ik op een onbewolkte nacht, omdat deze plek één van de donkerste plekken in Europa is qua lichtvervuiling: sterren spotten doe je hier! Maar omdat we al ons geluk vorig jaar al verbruikt te hebben, zit dat er niet in vrees ik.

We hebben het weer gehaald

Gisteren geen tijd meer gehad om te melden dat we daadwerkelijk welkom waren aan boord van DFDS, maar dat was dus wel het geval. Vandaag niet geheel zonder slag of stoot aangemeerd in Newcastle. Dat zal ik even toelichten. Volgens de Ridder sr. expirimenteert DFDS dit jaar met extra goedkope slaaphutten. Zijn 1-op-1 dezelfde hutten als alle andere, maar deze zijn dus extra scherp in prijs? Waarom? Omdat klaarblijkelijk de uitlaten van de scheepsmotoren in directe verbinding staan met de airco van deze hutten, getuige en het gerochel en geblaf van zowel de boven- als onderbuurvrouw. We lagen zonder jokken al om 22:15, maar voordat we daadwerkelijk in slaap vielen was het al na middernacht.

Verder ging alles prima en stonden we om 10:30 op Engelse bodem, samen met naar schatting een kleine 300 mede motorrijders. Véél drukker dus van vorig jaar. Al snel splitste de hele meute op en reden pa en ik weer solo. Even verkeerd gereden in Newcastle, maar verder geen probleem en binnen tien minuten zaten we weer op de juiste koers: richting de Schotse grens. Het Noord-Engelse Northumberland dient natuurlijk voor velen als de deur naar Schotland zelf, maar ook hier is een vrij uniek landschap te zien waar zeker van te genieten is. Tot nu toe is het nog half bewolkt met merendeel een lekker zonnetje. Wel waait het stevig, bij een graad of 12. Zéker niet vervelend dus.

We bezoeken Melrose Abbey nog even, maar moeten gezien de route vandaag (de langs in totaal, bijna 340km) opschieten dus we blijven niet te lang. Nog even een bakje koffie, uiteraard met iets erbij voor smaak, en we springen weer in het zadel. De hele dag is het al droog, maar in de buurt van Trossacs (waar tevens de bochten beginnen) begint het te betrekken, en uiteindelijk rijden we 1,5 uur lang in de regen, tot onze bestemming. Was het in Edingburgh nog 14 graden, in de regenbui zie ik de temperatuur op mijn super-de-luxe Koso temperatuurmeter zakken naar 7,5 graden. Op moment van schrijven regent het helaas alsnog. Maar wat een warme douche, droge kleding en een Schotse maaltijd kan doen! We blijven lachen en hopen op beter weer morgen.